Overslaan naar inhoud

Grondstromen optimaliseren 
is altijd maatwerk


Buyer Group Grondstromen

In deze Buyer Group werken gemeenten, provincies, waterschappen en RWS aan een gezamenlijke marktvisie en inkoopstrategie voor grondstromen, inclusief praktijktoetsing.

 Harry: ‘We willen bereiken dat publieke overheden meer aandacht aan grond gaan besteden en dat zij er project-overstijgend mee werken. Dit kan bijvoorbeeld door de regie naar zich toe te trekken. En door meer te weten te komen over welke grond vrijkomt – en welke grond nodig is. Die data aan elkaar koppelen, biedt allerlei kansen.’ 

‘Daarnaast besteden we in de Buyer Group aandacht aan projectinrichting. Zo ontwikkelden we een stappenplan met daarin aandacht voor onderwerpen als stakeholderbetrokkenheid, bodemonderzoek en datagericht werken. Zo krijgt het onderwerp steeds meer aandacht en gaan we vooral doen. Ook laten we zien dat het echt werkt. Een belangrijke stap hierin is: koffiedrinken met je “buren”. Want door een netwerk op te bouwen, maak je meters.’

Wij Nederlanders zijn meesters in het aanpassen van onze leefomgeving. Maar in ons enthousiasme vergeten we soms zorgvuldig om te gaan met wat we uit de grond halen. De Buyer Group Grondstromen brengt hier verandering in, door vraag en aanbod van grond beter af te stemmen. We praten erover met adviseurs grondstromen Robert Veldhuizen en Maaike Wagenaar (provincie Fryslân) en regisseur hoogwaardig gebruik grondstromen Harry Hofman (Rijkswaterstaat).


Foto: Rijkswaterstaat

Vaak zijn grondstromen de grootste materiaalstroom van GWW-projecten. Neem bijvoorbeeld het onderhoud aan de 800 kilometer vaarwegen die de provincie Fryslân rijk is. ‘Dat levert jaarlijks gemiddeld 50 á 60 duizend kuub bagger op’, aldus Robert. ‘Dat slaan we op in depots en is – na indroging – heel geschikt voor hergebruik in bijvoorbeeld natuur- of infraprojecten.’

 Grond hergebruiken op de beste plek, het klinkt logisch. Toch kreeg vrijgekomen grond tot voor kort niet de aandacht die je zou verwachten. ‘Het werd vaak gezien als een problematisch nevenproduct – en vooral een zorg voor opdrachtnemers’, legt Harry uit. ‘Terwijl grond hoogwaardig hergebruiken cruciaal is om projecten duurzaam en circulair te maken en zo invulling te geven aan landelijke beleidsuitgangspunten.’  

Geleerde lessen: ‘Hou je grond in eigendom’

De provincie Fryslân is al zo’n 15 jaar bezig met beheer van grondstromen, met hun programma Grip op Grond. Robert en Maaike delen wat geleerde lessen:

  • ‘Begin gewoon! Als je alleen al je lopende en aankomende projecten inventariseert, zie je vanzelf mogelijke grondstroom-koppelingen.’
  • ‘Hou je grond in eigendom. Dat vinden overheden vaak spannend, maar zo houd je wel de regie in eigen handen.’
  • ‘Organiseer periodiek netwerkbijeenkomsten. Dat zorgt voor verbinding en een netwerk. Nodig niet alleen beleidsmedewerkers uit, maar ook projectleiders en marktpartijen. Die denken anders, waardoor je sneller in actie komt.’
  • ‘Het is en blijft mensenwerk. Er zijn altijd collega’s die er minder in zien. Blijf daarom aan het belang van hoogwaardig en circulair grondverzet trekken, anders ebt het weg in de organisatie.’

Totaalplaatje bekijken

Kortom, grond is geen lastig bijproduct; het biedt juist kansen. Maar het hoogwaardig hergebruiken, hoe werkt dat eigenlijk? ‘Je behoudt dan zoveel mogelijk de fysische, chemische en biologische eigenschappen van de grond’, vertelt Maaike. ‘Daarnaast zorg je dat je grond met bepaalde kwaliteitseigenschappen toepast op de meest geschikte locatie. Om een voorbeeld te geven; zandgrond die je wil gebruiken voor een zandbed bij wegfundering moet je niet samenvoegen met veen.’

 Belangrijk bij hoogwaardig hergebruik is naar het totaalplaatje blijven kijken. Want je wil de grond zo hoogwaardig mogelijk houden, maar niet ten koste van alles. ‘Zo moet ook het aantal vervoersbewegingen laag blijven om CO2-uitstoot te beperken’, vertelt Robert. Ook hou je rekening met schaarste van bepaalde grondsoorten. Dat betekent dat een toepassing die initieel laagwaardig lijkt, toch hoogwaardig kan blijken te zijn. Kortom, een project is elke keer weer maatwerk.’ 

8 meter verschil

Een mooi voorbeeld van de impact van hoogwaardig hergebruik is de verbreding van de N31 bij Harlingen. Maaike: ‘Deze weg lag in de oude situatie op een terp op 4 meter boven het maaiveld, en in de nieuwe situatie juist 4 meter onder maaiveldniveau. Door dat verschil van 8 meter – over anderhalve kilometer weg – kwam maar liefst 635.000 kuub grond vrij. Om te bepalen hoe we al die grond het best konden hergebruiken, brachten we de betrokken partijen in een vroeg stadium bij elkaar.’

Robert: ‘Als betrokken overheden stelden we samen een lijst met oplossingen op. Een deel van de grond konden we direct hergebruiken in het project, bijvoorbeeld voor bermen en op- en afritten. Een klein deel was verontreinigd en ging naar een verwerker. Maar het overgrote deel van de grond, 450.000 kuub, was schoon’. Mede dankzij de interactieve kaart van Grip op Grond werd snel duidelijk dat deze goed bruikbaar was voor twee projecten; werkzaamheden aan de Afsluitdijk en de realisatie van de Vismigratierivier.

Per schip vervoeren

Maar omdat de werkzaamheden van die projecten nog een paar jaar op zich lieten wachten, ging de grond eerst naar een depot. ‘Deze bevond zich op een kilometer van de N31, waardoor we veel transportafstand bespaarden’, aldus Robert. ‘Bovendien konden we de grond per schip naar de toepassingslocatie vervoeren, en zo maar liefst 17.000 vrachtwagenritten besparen – en dus veel CO2-uitstoot. Qua kosten bespaarden we 5 miljoen euro.’

 Om de opslag van zo’n grote hoeveelheid grond en de benodigde vergunningen mogelijk te maken, ging het projectteam in gesprek met het bevoegd gezag. ‘Onze goede relatie met de omgevingsdiensten hielp hierbij’, aldus Maaike. ‘Ook besteedden we aandacht aan het oplijnen van de drie betrokken projectorganisaties; die van de N31, de Nieuwe Afsluitdijk en de Vismigratierivier. We bespaarden toen tijd dankzij de eerdergenoemde interactieve kaart, die weergeeft waar grond beschikbaar en nodig is. Die is trouwens voor iedereen beschikbaar. Want iedereen die circulair wil werken, moet dat zo makkelijk mogelijk kunnen doen.’